Alimentatie bij of na scheiding

Alimentatie bij of na scheiding of ontbinding van het huwelijk

Partneralimentatie samen afspreken

Bij de scheiding of de ontbinding van uw huwelijk kunnen uw ex-partner en u samen afspraken maken over alimentatiebetaling. Zo'n afspraak wordt in een schriftelijk overeenkomst (scheidingsconvenant) vastgelegd. Dit gebeurt meestal in overleg met de advocaat.

Als bij de scheiding of de ontbinding van uw huwelijk is afgesproken dat er geen alimentatie hoeft te worden betaald en na verloop van tijd uw ex-partner of u niet meer (geheel) in het eigen levensonderhoud kan voorzien, kan diegene alsnog aan de ander om alimentatie vragen. Ook dan kunnen uw ex-partner en u daar samen een afspraak over maken die schriftelijk wordt vastgelegd en door beiden wordt ondertekend. Verder kan het zo zijn dat de omstandigheden van uw ex-partner of u zo veranderen dat de afgesproken alimentatieregeling niet meer redelijk is.

U kunt dan samen een andere alimentatieregeling afspreken die schriftelijk wordt vastgelegd en door u allebei wordt ondertekend. Spreken uw ex-partner en u na verloop van tijd een (andere) alimentatieregeling af, dan gebeurt dat vaak via een advocaat of notaris. Als u samen een alimentatieregeling afspreekt en één van beiden vraagt een bijstandsuitkering aan, dan vraagt de gemeentelijke sociale dienst aan de andere ex-partner een opgaaf van alle financiël e gegevens. Dit om te kunnen beoordelen of (een deel van) de bijstand op hem of haar kan worden verhaald.

Ga terug naar boven

Kinderalimentatie samen afspreken

Ook over alimentatie voor minderjarige kinderen kunnen uw ex-partner en u in het scheidingsconvenant een afspraak maken. In dat geval bekijkt de rechter of het overeengekomen bedrag naar verhouding niet veel te laag is. Als de rechter dat nodig vindt, kan hij of zij een ander bedrag vaststellen. Kinderalimentatie loopt door tot het kind 21 jaar wordt. Dit betekent dat de afspraak tussen de uw ex-partner en u (de ouders) moet worden vervangen door een afspraak tussen de betalende ouder en het kind, als het kind 18 jaar wordt. Het kan zijn dat dan hetzelfde bedrag wordt afgesproken, maar er kan ook een andere afspraak worden gemaakt.

Is het kind op het moment dat uw partner en u uit elkaar gaan 18, 19 of 20 jaar, dan moeten de betalende ouder en het kind samen afspreken welk bedrag het kind als bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de ouder krijgt. (Bij meerderjarige kinderen speelt de Wet studiefinanciering een rol. Als het kind studiefinanciering heeft en er wordt een relatief laag alimentatiebedrag afgesproken, kan het zijn dat het kind voor een hoger bedrag wordt gekort op de aanvullende beurs.)

Partneralimentatie via de rechter

Kunnen of willen uw ex-partner en u geen afspraken maken over een alimentatieregeling en heeft één van u beiden toch een financiële ondersteuning nodig, dan kan de rechter een alimentatieregeling vaststellen. De rechter kan partneralimentatie vaststellen als nevenvoorziening bij een scheidingsprocedure of een procedure tot ontbinding van het huwelijk.

Is dat niet gebeurd, maar heeft na verloop van tijd één van u beiden toch financiële ondersteuning nodig, dan kan de rechter op verzoek van diegene een alimentatieregeling vaststellen.

Gewijzigde omstandigheden

Als de omstandigheden van uw ex-partner of u wijzigen, kan na verloop van tijd het vastgestelde alimentatiebedrag niet meer redelijk zijn. De rechter kan dan op verzoek van (één van) u beiden een ander bedrag vaststellen. Dat kan ook als de rechter bij zijn of haar eerdere beslissing is uitgegaan van verkeerde of van onvolledige gegevens.

Tenslotte kan de rechter ook een afspraak in een scheidingsconvenant wijzigen, intrekken of vernietigen. Zoiets kan gebeuren als één van u beiden een hele verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven en de ander dat destijds als juist heeft aangenomen. Er is dan, zoals dat heet, sprake van 'grove miskenning van behoefte of draagkracht'.

Ga terug naar boven

Kinderalimentatie via de rechter

Ook als u samen geen afspraken kunt maken over kinderalimentatie voor een minderjarig kind, stelt de rechter een bedrag per kind vast dat meestal maandelijks moet worden betaald. De rechter kan ook voor meerderjarige kinderen een bedrag vaststellen dat de meerderjarige van de ouder(s) moet krijgen als ouder(s) en kind er niet samen uitkomen. In de beslissing van de rechter staat wanneer de eerste betaling moet worden gedaan. De rechter kan in de beslissing ook voorwaarden opnemen.

Kind wordt 18 jaar

Zodra een kind 18 jaar is en er kinderalimentatie moet worden gewijzigd of gevraagd, moet het kind daar zelf het initiatief voor nemen. Komen ouder en kind er samen niet uit, dan kan het kind het verzoek aan de rechter voorleggen. Het kind heeft dan tegenover de betalende ouder dezelfde positie als de ex-partner die niet (helemaal) in het eigen levensonderhoud kan voorzien.

Wanneer stelt de rechter een alimentatieregeling vast?

De rechter stelt op verzoek een alimentatieregeling vast als:

  • Nevenvoorziening bij de beslissing over de scheiding of de ontbinding van het huwelijk
  • Nevenvoorziening op een aparte zitting na de beslissing over scheiding of ontbinding van het huwelijk
  • Kortere of langere tijd na de scheiding of ontbinding van het huwelijk: de rechter doet dit dan op verzoek van degene die niet (meer) in staat is om geheel in het eigen levensonderhoud te voorzien
  • Er een verzoek is gedaan om wijziging van de alimentatieregeling: zo'n verzoek om wijziging van de alimentatieregeling kan zowel door degene worden gedaan die alimentatie ontvangt als door degene die alimentatie moet betalen (Hoe dat gaat, leest u in het hoofdstukje 'Hoe verloopt de procedure' en in de brochure 'U gaat scheiden')

Duur van de partneralimentatie

U kunt met uw ex-partner afspraken maken over alimentatie voor een bepaalde periode of voor een onbepaalde periode.Wilt u dat niet of lukt dat niet, dan zal de rechter niet alleen bepalen welk bedrag moet worden betaald, maar zal hij of zij ook de alimentatie voor een bepaalde periode of voor een onbepaalde periode vaststellen.

Als uw ex-partner en u over de duur van de alimentatieverplichting een afspraak hebben gemaakt, eindigt de verplichting in principe als de periode die uw ex-partner en u hebben afgesproken voorbij is. Datzelfde geldt als de rechter in de beschikking heeft aangegeven hoe lang de alimentatieverplichting duurt. De alimentatieregeling eindigt in elk geval als één van de ex-partners overlijdt.

Ook eindigt de betalingsverplichting als degene die alimentatie ontvangt, trouwt of gaat samenwonen met iemand van het andere geslacht.

Nieuwe regels

Vanaf 1 juli 1994 zijn er nieuwe regels voor de tijd dat er partneralimentatie moet worden betaald. Op 1 juli 1994 is namelijk de 'Wet limitering alimentatie' in werking getreden. Officieel heet deze wet 'Wet van 28 april 1994 tot wijziging van bepalingen in het Burgerlijk Wetboek in verband met de regeling van de limitering van alimentatie na scheiding'. (Met 'scheiding' wordt in de wet zowel echtscheiding als scheiding van tafel en bed bedoeld.)

De 'Wet limitering alimentatie' is van toepassing op een alimentatieregeling, die op of na 1 juli 1994 door de ex-partners is afgesproken of door de rechter definitief is vastgesteld. In de wet is ook een regeling opgenomen voor lang-lopende alimentaties die voor 1juli 1994 zijn afgesproken of vastgesteld.

Ga terug naar boven

Alimentatie is op of na 1 juli 1994 afgesproken of vastgesteld

Als uw ex-partner en u op of na 1 juli 1994 een alimentatieregeling hebben afgesproken of als de rechter op of na 1 juli 1994 een alimentatieregeling definitief heeft vastgesteld, beperkt de wet de alimentatieplicht voor de ex-partner in principe tot twaalf jaar.

De wettelijke alimentatieplicht kan ook een kortere periode duren. Dat is het geval als het gaat om een huwelijk zonder kinderen dat niet langer dan vijf jaar heeft geduurd. De nieuwe wet bepaalt dat de alimentatieplicht in zo'n geval niet langer kan duren dan het huwelijk heeft geduurd.

Als u in het scheidingsconvenant een afspraak over alimentatie maakt en daarbij geen termijn aangeeft, stopt de betalingsplicht automatisch na twaalf jaar. Is er spake van een huwelijk zonder kinderen dat niet langer dan vijf jaar heeft geduurd, dan stopt de alimentatie automatisch als de wettelijk toegestane periode voorbij is (dat is dus net zo lang als het huwelijk heeft geduurd).

Natuurlijk kunt u samen ook een langere termijn dan twaalf jaar (of de kortere termijn, die gelijk is aan de huwelijksperiode) afspreken. Als degene die alimentatie ontvangt, trouwt of gaat samenwonen met iemand van het andere geslacht, blijft uiteraard de regel gelden dat de alimentatie dan stopt.

Als de rechter een alimentatieregeling vaststelt, kan hij of zij dat voor maximaal twaalf jaar doen. Heeft de rechter geen termijn vastgesteld, dan eindigt de alimentatieplicht automatisch na twaalf jaar.

Gaat het om een huwelijk zonder kinderen dat niet langer dan vijf jaar heeft geduurd, dan kan de rechter de alimentatie vaststellen voor een periode die maximaal de lengte heeft van de huwelijksperiode. De termijn (twaalf jaar of de periode van maximaal vijf jaar) begint te lopen op het moment dat de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Bij een scheiding van tafelen bed, begint de termijn te lopen op het moment dat de beschikking van scheiding van tafel en bed definitief is geworden.

Bent u eerst van tafel en bed gescheiden en is daarna het huwelijk door de rechter ontbonden, dan is de totale periode waarin alimentatie moet worden betaald, ook twaalf jaar (of de periode van maximaal vijf jaar), te rekenen vanaf het moment dat de beslissing van de rechter over de scheiding van tafel en bed definitief is geworden.

Notabene: Het huwelijk begint op de dag dat u trouwt en eindigt op de dag dat de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De echtscheiding is dan definitief. Een scheiding van tafel en bed is definitief als er geen hoger beroep of cassatie meer kan worden ingesteld, omdat de termijn voor hoger beroep of cassatie voorbij is. Die termijn voor hoger beroep of cassatie is twee maanden, gerekend vanaf de dag dat de rechter de beslissing heeft genomen (datum beschikking).

Verlenging

Aan het einde van de periode van twaalf jaar (of de periode van maximaal vijf jaar) kan de ex-partner die alimentatie ontvangt de rechter om verlenging vragen. Dat kan als u samen de alimentatie hebt afgesproken en ook als de alimenatie door de rechter is vastgesteld.

Verlenging is alleen mogelijk, als het voor de ex-partner die alimentatie ontvangt bijzonder onredelijk zou zijn als de alimentatiebetaling zou stoppen. Als u om verlenging vraagt, gaat de rechter na of u echt in hele ernstige problemen komt als de betalingen stoppen. Zo'n verzoek om verlenging van de alimentatie moet u uiterlijk binnen drie maanden nadat de periode van twaalf jaar om is, indienen bij de rechtbank.

Hoe dat moet leest u in het hoofdstukje 'Hoe verloopt de procedure' .Als de rechter beslist dat de alimentatiebetalingen voor een bepaalde periode moeten doorgaan, bepaalt de rechter ook of na die verlengde periode er wel of niét opnieuw om een verlenging kan worden gevraagd.

Ga terug naar boven

Alimentatie is voor 1 juli 1994 afgesproken of vastgesteld

Als er al voor 1 juli 1994 alimentatie werd betaald, omdat uw ex-partner en u dat hebben afgesproken of omdat de rechter dat heeft bepaald, eindigt de alimentatieregeling niet automatisch na een bepaalde periode. Hebben uw ex-partner en u wel een termijn afgesproken of is er in de beschikking een termijn genoemd, dan eindigt de plicht uiteraard als die termijn om is.

Natuurlijk kunt u de rechter om wijziging van de afgesproken of vastgestelde periode vragen, als later blijkt dat die periode te kort of te lang is en daardoor één van de ex-partners ernstig wordt benadeeld.

Vijftien jaar of langer

De 'Wet limitering alimentatie' is bedoeld voor alimentatieregelingen die vanaf 1 juli l994 zijn afgesproken of vastgesteld. Maar voor alimentaties die voor l juli l994 zijn afgesproken of definitief zijn vastgesteld en die al vijftien jaar of langer worden betaald, is er ook een regeling in de 'Wet limitering alimentatie' opgenomen. Die regeling houdt in dat de ex-partner die al vijftien jaar of langer alimentatie betaalt aan de rechter kan vragen om de alimentatieplicht te beëindigen.

Ook hier kan het zowel om de periode na de echtscheiding als om de periode na de scheiding van tafel en bed gaan. Is uw huwelijk na een scheiding van tafel en bed ontbonden, dan wordt de alimentatieperiode na de scheiding van tafel en bed opgeteld bij de alimentatieperiode na de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Is die gezamenlijke periode vijftien jaar oflanger, dan kan de ex-partner die alimentatie betaalt aan de rechter om beëindiging van de beta ling vragen.

Zo'n verzoek om beëindiging zal de rechter alleen afwijzen als hij of zij van oordeel is dat stopzetting van de betalingen voor de ex-partner die alimentatie ontvangt hoogst onbillijk zou zijn. In de wet staat dat de rechter bij het nemen van die beslissing in het bijzonder moet letten op:

  • De leeftijd van degene die alimentatie ontvangt
  • of er wel of niet uit het huwelijk kinderen zijn geboren
  • De duur van het huwelijk en de mogelijkheid van beide partners om tijdens en/ofna het huwelijk een eigen inkomen op te bouwen
  • of degene die alimentatie ontvangt recht heeft op een deel van het ouderdomspensioen van de ex-partner

Verder staat in de wet, dat als de rechter de alimentatieplicht op verzoek van de betalende ex-partner beëindigt, de betalingen niet binnen drie jaar na l juli 1994 mogen stoppen. Dit betekent dat de rechter een verzoek om de alimentatieplicht, die al vijftien jaar of langer duurt, voor juli l997 stop te zetten niet kan inwilligen. De rechter kan dan wel bepalen dat de betalingen stoppen op l juli l997. Bij een verzoek op of na l juli l997, kan de rechterbepalen dat de betalingen meteen stoppen.

Voor een verzoek om beëindiging van de alimentatie is eenzelfde procedure bij de rechtbank nodig als voor een verzoek om alimentatievaststelling dat niet gelijk met de scheiding of de ontbinding van het huwelijk wordt gedaan of een verzoek om alimentatiewijziging. (Hoe dat gaat, leest u hierna bij 'Hoe verloopt de procedure' )

Ga terug naar boven

Hoe verloopt de procedure

Een verzoek om vaststelling, wijziging of beëindiging van alimentatie begint altijd met een verzoekschrift. In het verzoekschrift moeten zowel uw naam, voornamen, geboortedatum en adres worden vermeld als de naam, voornamen, geboortedatum en adres of werkelijke verblijfplaats (voor zover bekend) van uw ex-partner. Gaat het (tevens) om een verzoek om kinderalimentatie voor een minderjarig kind, dan moeten ook de naam, voornamen, geboortedatum en adres van het minderjarige kind worden vermeld.

Gaat het om een alimentatieverzoek van een meerderjarig kind, dan moeten naast de eigen gegevens de naam, voornamen en het adres of werkelijke verblijfplaats (voor zover bekend) van de ouder worden vermeld van wie de financiële bijdrage wordt gevraagd. Verder moet in het verzoekschrift staan waarom u vindt dat de alimentatie moet worden vastgesteld, gewijzigd of beëindigd. Het verzoekschrift stuurt u via uw advocaat naar de griffie van de rechtbank. De griffier van de rechtbank stuurt een afschrift van het verzoek naar uw ex-partner (of ouder).

Waar moet uw verzoek naar toe

Alimentatievaststelling, wijziging of beëindiging moet u vragen bij de rechtbank in het arrondissement waar u woont. Als u niet in Nederland woont maar uw ex-partner (of ouder) wel, stuurt u het verzoek naar de rechtbank in het arrondissement waar uw ex-partner (of ouder) woont. Woont u geen van beiden in Nederland, dan stuurt u het verzoek naar de rechtbank in Den Haag.

Ga terug naar boven

Verweer

Als uw ex-partner (of ouder) het niet eens is met uw verzoek, moet hij of zij binnen drie weken via een advocaat een verweerschrift indienen. De rechter kan die termijn van drie weken verlengen. In het verweerschrift moet uw ex-partner (of ouder) aangeven waarom hij of zij geen alimentatie wil of kan betalen of waarom de alimentatie niet kan worden gewijzigd of beëindigd. Als het verweerschrift binnen is, krijgen uw ex-partner (of ouder) en u een oproep voor een zitting.

Als er binnen drie weken of de termijn die de rechter heeft gesteld geen verweerschrift bij de rechtbank is binnengekomen, heeft er meestal geen zitting plaats. De rechter neemt dan alleen op basis van het verzoek een beslissing. Alleen als het (tevens) om kinderalimentatie gaat voor een minderjarig kind van 16 of 17 jaar, bepaalt de rechter dat er toch een zitting plaats heeft.

Zitting

Bij de zitting van de rechtbank is geen publiek aanwezig (besloten zitting).Tijdens de zitting mogen beide partijen hun verhaal vertellen. Als er geen verweerschrift is ingediend en er wel een zitting plaats heeft, kan de rechter bepalen dat tijdens de zitting alsnog een verweerschrift mag worden ingediend. Aan het einde van de zitting deelt de rechter mee op welk moment de beslissing zal worden genomen.

Waar houdt de rechter rekening mee

De rechter moet bij zijn of haar beslissing rekening houden met de behoefte van degene die alimentatie vraagt of krijgt en de draagkracht van degene die alimentatie moet betalen of betaalt. De rechter moet de behoefte van de ene partij afwegen tegen de draagkracht van de andere partij. Het kan dus best zo zijn dat de één het gevraagde bedrag nodig heeft om rond te komen, maar dat de ander dat bedrag absoluut niet kan opbrengen.

De rechter kan dan nooit het gevraagde bedrag als alimentatie vaststellen. De rechter moet de financiële gevolgen van de scheiding zo eerlijk mogelijk over beide partijen verdelen. Hebt u bijvoorbeeld geen eigen inkomsten, maar kunt u wel werken, dan houdt de rechter daar rekening mee. Ook houdt de rechter rekening met de woonkosten. Misschien kunt u goedkoper gaan wonen, of een deel van het huis verhuren. Misschien zijn er nog kinderen thuis die al verdienen. De rechter kijkt dan of zij kostgeld kunnen betalen. Het gaat e r dus niet om of iets wel of niet gebeurt. Voorde rechter is van belang of iets in redelijkheid kan worden gevraagd.

De rechter baseert zijn of haar beslissing op de informatie in het verzoekschrift en het verweerschrift en op de informatie die uw ex-partner (of ouder of meerderjarig kind) en u op de zitting geven. Geef daarom zowel in uw verzoekschrift/verweerschrift als op de zitting alle informatie die van belang is. Zowel over u zelf, als over de situatie van de andere partij. Het moet wel om zakelijke informatie gaan, die voor de vaststelling van de alimentatie van belang is en waarvan u de bewijsstukken moet laten zien.

De volgende inkomsten en uitgaven zijn van belang voor het oordeel van de rechter:

  • inkomsten uit arbeid
  • inkomsten uit nevenarbeid
  • studiefinanciering
  • uitkeringen
  • pensioen
  • inkomsten uit onderhuur
  • rente en andere inkomsten uit vermogen
  • bijdragen aan het huishouden van anderen, met wie u een
    gemeenschappelijke huishouding voert
  • bestaande mogelijkheden om inkomsten uit te breiden
  • opgaven over uw vermogen
  • huurbetalingen
  • aflossingen van uw hypotheek en rente, alsmede de vaste lasten. Daarbij moet u ook het deel van de hypotheek vermelden dat nog niet is afbetaald. Elk jaar geeft de hypotheekbank een overzicht van het nog aftelossen hypotheek-bedrag
  • verzekeringen
  • noodzakelijke regelmatige reiskosten
  • financiële verplichtingen voor anderen
  • kosten van bijzondere medische verzorging voor u zelf of voor uw gezinsleden
  • kosten voor de verwerving van inkomsten
  • eventueel ook opgaven van uw schulden

Ga terug naar boven

Beslissing

Na de zitting neemt de rechter een beslissing. Die beslissing wordt schriftelijk vastgelegd. Dit wordt een beschikking genoemd. U krijgt de beschikking via uw advocaat toegestuurd.

Notabene: Als u uw alimentatieverzoek gelijk met een scheidingsverzoek hebt gedaan, kunnen beide verzoeken op één zitting worden behandeld. De procedure die dan wordt gevolgd is in grote lijnen hetzelfde en staat beschreven in de brochure 'U gaat scheiden'. LINK
Natuurlijk weegt de rechter ook dan de behoefte van de ene partij af tegen de draagkracht van de andere partij.

Hoger beroep en cassatie

Als u het niet eens bent met de beslissing van de rechter, kunt u in hoger beroep gaan bij het hof. U stuurt dan via uw advocaat, een verzoekschrift naar het hof. Het hof behandelt de zaak helemaal opnieuw en geeft ook weer een beschikking. De procedure die dan wordt gevolgd, is dezelfde als de procedure bij de rechtbank.

Bent in het ook niet eens met de beslissing van het hof, dan kunt in via uw advocaat beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De Hoge Raad behandelt de zaak niet opnieuw. De Hoge Raad kijkt alleen of de lagere rechters het recht juist hebben toegepast. Dat betekent dat er niet wordt nagegaan of de feitelijke omstandigheden, zoals die in de stukken staan, kloppen. Ook wordt u niet opnieuw gehoord.

Termijn

Als u in hoger beroep wilt bij het hof of cassatie wilt instellen bij de Hoge Raad, moet u dat binnen twee maanden na de beslissing van de rechter doen. De termijn van twee maanden gaat in op de dag dat de beschikking is gegeven.

Betaling van partneralimentatie

De rechter vermeldt in de beschikking of de betaling voor de ex-partner wekelijks, maandelijks of drie-maandelijks moet worden gedaan. Beide partijen moeten samen afspreken hoe de betalingen in de praktijk worden gedaan.

Ga terug naar boven

Betaling van kinderalimentatie

De niet-verzorgende ouder betaalt elke maand (of elk kwartaal, als dat zo is afgesproken) het vastgestelde bedrag voor het kind of de kinderen aan de verzorgende ouder. Beide ouders moeten samen afspreken hoe de betalingen in de praktijk worden gedaan. Als een kind meerderjarig is, krijgt het kind het geld zelf. De betalende ouder en het kind moeten daar samen afspraken over maken.

Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Voor de betaling van kinderalimentatie kunt u soms een beroep doen op het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). Het LBIO kan de kinderalimentatie innen bij de betalende ouder en uitkeren aan de verzorgende ouder of het meerderjarige kind van18, l9 of 20 jaar. (Het LBIO regelt geen betalingen van partner-alimentatie.)

Wanneer kunt u een beroep doen op het LBIO?

Volgens de wet kunt u een beroep doen op het LBIO als er een betalingsachterstand is. Deze achterstand mag niet ouder zijn dan 6 maanden. In zo'n geval moet de ontvangende ouder of het kind van18, 19 of 20 jaar een schriftelijk verzoek tot inning doen aan het LBIO. De verzoeker moet dan met bewijsstukken aantonen welke termijnen niet, en wel zijn betaald.

Verder kan het LBIO kinderalimentaties innen in de volgende gevallen:

  • er is een gezamenlijk verzoek
  • de betalende ouder doet het verzoek
  • de ontvangende partij (verzorgende ouder of meerderjarig kind) doet een verzoek, zonder dat er een betalingsachterstand is

ad 1. Als beide partijen de kinderalimentatie door het LBIO willen laten regelen, moeten zij dit in een brief aan het LBIO vragen. De brief moet door beide partijen worden ondertekend.

ad 2. De betalende ouder vraagt het LBIO schriftelijk de betaling te regelen.

ad 3. De ontvangende partij vraagt het LBIO schriftelijk de alimentatie te innen. De betalende ouder moet het er mee eens zijn dat de betalingen via het LBIO lopen en de ontvangende ouder of het meerderjarig kind betaalt de opslag.

Inschakeling van het LBIO is niet gratis Voor de inning van de kinderalimentatie brengt het LBIO een opslag in rekening. Deze opslag bedraagt tien procent van de verschuldigde bedragen. Het minimum bedrag dat het LBIO in rekening brengt is €25,- per maand.
De betalende ouder moet de kosten van de inning door het LBIO betalen.

Ga terug naar boven

Welke maatregelen kan het LBIO nemen

Het LBIO kan een aantal maatregelen nemen als er niet of niet op tijd wordt betaald. Het LBIO kan bijvoorbeeld beslag laten leggen op salaris, uitkering of (on)roerende goederen. De kosten die het LBIO daarvoor moet maken, komen voor rekening van de betalende ouder. (U kunt hier meer over lezen in de brochure van het LBIO.)

Periodieke aanpassing van alimentatiebedragen

Elk jaar wijzigen de lonen. Daarom worden ook jaarlijks de alimentatiebedragen aangepast. De minister van Justitie stelt elk jaar in november daarvoor een percentage vast Dit percentage wordt in de Staatscourant gepubliceerd. Met dit percentage wijzigen automatisch alle vastgestelde alimentatiebedragen op l januari van het jaar daarop (indexering).

U hoeft daarvoor niet naar de rechter en u hoeft er ook geen speciale afspraken over te maken. Voor de vaststelling van het percentage wordt gekeken naar het loonindexcijfer, dat elk jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt berekend. Bij de berekening van het loonindexcijfer kijkt men naar de salarisontwikkeling bij het bedrijfsleven en de overheid en de ontwikkeling van salarissen in andere sectoren.

Uitzonderingen op de indexering

Op die automatische aanpassing van alimentaties is een aantal uitzonderingen.

  • Alle alimentaties die voor 1 januari 1973 al afhankelijk zijn gesteld van het peil van het inkomen, de lonen of prijzen, doen niet mee met de automatische aanpassing. Voor deze alimentaties geldt, wat indertijd door de rechter is vastgesteld of wat onderling is afgesproken.
  • U kunt samen afspreken dat de wettelijke indexering wordt uitgesloten. Dit moet schriftelijk worden vastgelegd. U kunt ook de rechter vragen de indexering uit te sluiten. Dit kan wenselijk zijn als alimentatieplichtige een vast inkomen heeft, dat niet meegaat met het loon- en prijspeil.
  • Verder kunt u de indexering, bij overeenkomst of via de rechter, uitsluiten voor een bepaalde periode, bijvoorbeeld voor een jaar. Een reden hiervoor kan zij, dat de alimentatie aan het eind van een jaar wordt vastgesteld en de alimentatieplichtige niet op korte termijn een loonsverhoging krijgt.
  • Tenslotte kunt u kiezen voor een andere vorm van automatische aanpassing, die dan in een overeenkomst wordt vastgelegd of aan de rechter wordt gevraagd. U kunt dan bijvoorbeeld kiezen voor een koppeling aan de loonontwikkeling van degene die moet betalen. Bij zo'n andere regeling van automatische aanpassing moeten beide partijen elkaar op de hoogte houden van wijzigingen die van belang zijn. Bijvoorbeeld inkomenswijzigingen. U kunt daar samen een informatieregeling voor vaststellen. Als de rechter zo'n aanpassing op maat geeft, kan hij of zij ook vaststellen wanneer er informatie voor de aanpassing moet worden gegeven. De informatieregeling is bijvoorbeeld van belang voor het LBIO. Het LBIO moet weten wanneer de kinderalimentaties wijzigen die door hen worden geind.

Notabene: Als uw ex-partner en u hebben afgesproken dat de wettelijke indexering (tijdelijk) niet voor uw situatie geldt, kunt u altijd aan de rechter vragen om de uitsluiting van de wettelijke indexering ongedaan te maken.

Ga terug naar boven

Contact Form